Tijdens de botenplanvergadering in het voorjaar van 2023 werd een verzoek van een aantal leden besproken of het niet mogelijk is om aan de vloot van De Hunze een C3+ toe te voegen. Voor- en tegenargumenten werden uitgewisseld, maar er werd vooral aangeraden zo’n boot eerst maar eens te proberen.
Dat is eind mei gebeurd. Een Hunze-testteam is toen naar de Drachtster Roeivereniging “R.V. de Dragt” afgereisd om de daar aanwezige C3+ uit te testen. Het team in alfabetische volgorde: Gerda Drenth, Guido Hellendoorn, Jan Peter Jung, Ina Michelsen, Otto Möller, Albert Jan Swierstra, Emmy vd Werff en Lolo Zuidema. In Drachten aangekomen was daar net de Drachtster C3+ teruggekomen. De boot kon direct van de bemanning worden overgenomen. De vraag aan een van de Drachtster roeiers die net waren uitgestapt of dit nu een aanwinst is als type boot, werd kort beantwoord met: “Deze boot is een no-brainer. Eén van de populairste boten die we hebben”.
Met onze Drachtster contactpersoon aan het roer van de door vier Hunze-roeiers geroeide begeleidende C4+ werd uitgezet en werd de proefvaart over de Drachtster wateren begonnen. Dit alles onder een stralende zon. Na circa drie kwartier was een serie aanlegsteigers de rust en werd de C3+ bemanning gewisseld Bij de test kwam het wel aardig uit dat er best wat wind stond op het brede water aldaar en dat ook forse hekgolven van de grote hoeveelheid meestal groot uitgevallen pleziervaartuigen de beide boten plaagden. Dat die hekgolven voor een roeiboot, zoals wij die gebruiken, erg vervelend zijn, was duidelijk niet bij hen ingedaald. Dat betekende echter wel dat de karakteristieken van de C3+ goed konden worden beproefd. Een C4+ met een gat zou daar in die omstandigheden behoorlijk lastig te besturen zijn en richting de boegen nauwelijks te beschreeuwen. De boot vaart verder precies als wat het is: een compacte C4+ waarbinnen het makkelijk communiceert en waarmee de begeleidende C4+ goed bijgehouden kon worden. De rustplek lag aan lager wal, dus het weer vertrekken met de forse wind was daar op zich lastig, echter het rondmaken met de C3+ was opvallend makkelijk. In vergelijking met het rondmaken van een C4+ met een lege plaats in het middenschip, spaarde dit een hoop energie en tijd. Op te merken is ook dat deze boot zonder enig probleem met vier man/vrouw te tillen was, waar dit met een C4+ voor ons als meer seniore roeiers eigenlijk niet goed te doen is. Om comfort te hebben bij het tillen hebben wij dan meestal zes tillers nodig.
De algehele teneur was dan ook dat een boot als deze eigenlijk in de vloot van de Hunze zou moeten zitten. Het praktische en sociale element van een C3+ zou motivatie genoeg moeten zijn. Zeker wanneer het relatief grote aantal wat oudere plezierroeiers bij de Hunze wordt meegewogen. Voor de volledigheid meld ik nog dat onze gastvrouw ons vertelde dat toen zij bij Wiersma een C3+ wilden bestellen, hij alleen de mal voor zo’n boot wilde maken bij een grotere bestelling. Daarop hebben alle Friese roeiverenigingen een C3+ besteld en bij al die verenigingen voldoet dit type aan een bepaalde behoefte. Deze C3+ kan eventueel ook als ongestuurde vier worden ingericht.
Over de door ons gebruikte C4+ vertelde onze gastvrouw dat die boot uit China kwam en grofweg de helft kost van een Wiersma boot. Deze C4+ roeide voortreffelijk en had als werkelijk echt handige uitrusting aan de binnenkant van de boorden een aantal tilbeugels, zodat je de boot niet aan zo’n scherpe zijrand hoeft vast te houden die je hebt bij een Wiersma boot. Wellicht is dit in de toekomst ook nog eens een optie voor De Hunze.
Otto Möller