Het begon ermee dat ik werd gevraagd door Peter van Hun uut Grunn om mee te roeien, altijd eervol als men aan je denkt.
Je vertrekt van de Zwolse roei- en zeilvereniging, naar de IJssel, Spooldersluis door, 15 km stroomafwaarts over de IJssel naar Kampen, dan stuurboord uit, de Ganzensluis door, over het Ganzendiep en de Goot naar het Zwarte Meer, dan stuurboord uit het Zwarte Water op naar Genemuiden, Zwartsluis, Hasselt en finishen op de Westerveldse Kolk ter hoogte van de roeivereniging. Dan ben je om de Mastenbroekpolder heen gevaren en 53 km verder.
Na de start als 10e van 12 boten zat ik op slag. Ik merkte meteen dat er flink wat power achter me zat. Dat mocht ook wel want Hun uut Grunn had eerder dit jaar de ecoversie van de 11steden marathon gewonnen met 1 minuutje verschil voor een ploeg van Hemus.
Het was een prachtige ochtend nadat de mist was opgetrokken die plaats maakte voor een omfloerst zonnetje over de rivier. Het liep geweldig en we haalden gaandeweg alle boten die voor ons gestart waren in, behalve een C2x met een ploeg van Daventria. Dat scheelde 100 meter bij Kampen toen de tijd gestopt werd. Twee kilometer voor de sluis was ik moegestreden en moest eten; gelukkig kon ik wisselen met stuur Jeanette.
Direct na de Ganzensluis ligt de Kamper roeivereniging “De IJssel” aan bakboord. Het onthaal daar was vorstelijk, met koffie, thee en energierijke hapjes. Heerlijk om even te kunnen rekken en strekken en eten en drinken.
Na een half uurtje vertrokken we weer. Nu had ik de boegpositie. De roeiers voor mij zouden op de rest van het traject afwisselend sturen. We roeiden noordwaarts langs de polder, aangelegd in de IJsseldelta in de 13e eeuw.
Met Michael op slag werd het tempo erg hoog en ik vroeg of het wat bedaarder kon. Het was vermoeiend maar we schoten flink op. Met Anne op slag ging het rustiger maar nog steeds heel vlot en we waren al gauw Genemuiden gepasseerd. Goed opletten op het kabelveer waar je achterlangs moet varen. Dat kwam gelukkig precies goed uit. Als je een keer Genemuiden hebt gehad ben je ook zo in Zwartsluis. Daar voeren we een paar eerder in Kampen gestarte ploegen voorbij die met een stuurwissel bezig waren. Het leek erop dat we vooraan lagen.
Na Zwartsluis komt er een lang stuk tot Hasselt, een mooi oud Hanzestadje. Op dat stuk mag ook nog eens hard gevaren worden door speedboten. Daardoor was het roeien lastig en de boot maakte soms rare kapriolen maar we hielden de vaart erin.
Na Hasselt is het nog 6 km tot de finish; erg lange kilometers vond ik. Zo ongeveer al mijn spieren voelde ik nu zitten. We raakten de boot van Hemus die een paar honderd meter achter ons lag niet echt kwijt. De opluchting was groot toen we de Westerveldse kolk weer invoeren. Het ontvangstcomité, bestaande uit twee dames met een toeter begon luidkeels voor ons te zingen. Erg leuk natuurlijk, maar ons hoofd stond meer naar uitstappen, zitten, eten en drinken. Wat we ook deden, nadat we de boot hadden schoongemaakt, in de stelling hadden gelegd en gedoucht. We waren best tevreden omdat wel duidelijk was dat we snel hadden geroeid.
Later kwam de wedstrijdleiding met de uitslag: we hadden er 3 uur en 18 minuten over gedaan! Maar net niet gewonnen want Hemus was 1 minuut sneller. Balen natuurlijk, maar ja, bij de 11 steden was het net andersom geweest.
Verslag door Klaas Breunis